(Don) spaansch guerillahoofd, geb. 30 Sept. 1770 te Villeviado, was in zijn jeugd schaapherder, later geestelijke, en betoonde zich in den guerilla tegen de Franschen (1808), die hem persoonlijk hadden mishandeld, een sluw, beleidvol en dapper aanvoerder. Na het einde van den oorlog werd hij door Ferdinand VII tot kommandant van Burgos benoemd.
Op de nadering der Franschen in 1823 kreeg hij het bevel in Segovia. In 1833 werd hij carlist, leed toen in verschillende gevechten de nederlaag, vluchtte ten slotte naar Frankrijk en overl. in 1847 te Montpellier.