Gepubliceerd op 28-02-2021

Gerardus outhof

betekenis & definitie

nederl. schrijver en dichter, geb. 1673 te Amsterdam, overl. 1725 te Kampen als predikant en rector; schreef godgeleerde, stichtelijke en zedekundige werken, stichtelijke gedichten, een supplement op Hoogstraten’s Zelfstandige naamwoorden (1733) enz.

< >