Georges eckhoud

betekenis & definitie

Belgisch schrijver, geb. 27 Mei 1854 te Antwerpen, werd op 18-jarigen leeftijd op de krijgsschool te Brussel gedaan, waarvan hij echter wegliep, werd mederedacteur der Antwerpsche ..Précurseur", en ging vervolgens op een landgoed bij het dorp Capellen wonen, om het vlaamsche landvolk te kunnen gadeslaan; weldra echter zag hij zich door geldelijke verliezen gedwongen weer naar een betrekking om te zien; sinds 1881 is hij redacteur der „Etoile beige’’ te Brussel: Conseience, dien hij hier leerde kennen, oefende grooten invloed op hem uit. Hij gaf in het licht eerstens drie bundels gedichten: Myrtes et ri/près (Parijs 1876), Zajzagsjmétiqaes (1877), Les pilforesqaes (1873), voorts den roman Kees Donrik (Brussel 188.'!) en de novellen: Kermesses (1884), voorts Ars milices de Saial-Fraia;ais (1886), een roman waarin hij de ruwe mystischreligieuze zeden der vlaamsche boerenbevolking meesterlijk schildert: in 1887 en 1894 verschenen Noarelles Kermesses, herinneringen uit zijn leven op het land, in 1893: Ah siècle de Shakesjieare, in 1894: L’eserime èi fracers les ih/es. in 1895: Mes cnaimaaiaas, in 1899 de roman Lseal-Vq/ar , die het vraagstuk der hoino-sexualiteit behandelt; zijn hoofdwerk, de antwerpsche roman La iiourelle Cartliaye (1888), schildert in naakte realiteit liet grootstecdschc leven, waarin zich ook de roman La Vaaeuse d'aiaaar (1900) beweegt.