grondlegger van het spoorwegwezen, geb. 8 Juni 1781 bij Newcastle, zoon van een mijnwerker; een verbetering aan de pompwerken der mijnen, die bekwame ingenieurs vergeefs hadden getracht tot stand te brengen, had ten gevolge dat lord Ravensworth hem tot directeur van zijn uitgebreide kolengroeven aanstelde. Daar ontwierp hij het plan van zijn eerste locomotief, die in 1812 voltooid was.
Onder zijn leiding kwam in 1825 de eerste voor het openbaar verkeer bestemde spoorweg van Stockton naar Darlington tot stand. In vereeniging met zijn zoon bracht hij de locomotieven tot grooter volkomenheid. Op tateren leeftijd was hij bezitter van meerdere steengroeven en ijzerwerken. Hij overl. op TaptonHouse bij Chesterfield in 1848.Zijn zoon Robert S., in 1803 te Wilmington geb., studeerde aan de universiteit te Edinburg, was zijn vader behulpzaam in het tot stand brengen zijner ondernemingen en legde in 1832 den spoorweg van Liverpool naar Birmingham aan. Zijn meesterwerk was het bouwen van de Britanniabrug te Londen. Later heeft hij meer dergel. bruggen, zooals twee over den Nijl, een over de Laurensrivier bij Montreal enz., gebouwd. Over den aanleg van spoorwegen werd niet alleen in Engeland, maar in onderscheidene andere staten zijn raad ingewonnen. Hij overl. in 1859 en werd in de Westminster-abdij bijgezet.