Georg waitz

betekenis & definitie

duitsch geschiedschrijver, geb. te Flensburg 1813, overl. te Berlijn 1886, werkte mede aan de „Monumenta Germaniae historica”, en was achtereenvolgens professor te Kiel, Göttingen en Berlijn. Hij schreef o. a.: Jahrbücher des Deutschen Beiches unter Heinrich I (1885), Deutsche Verfassungsgeschichte (8 dln. 4844 en vlg.), Das alte Recht der Salische Franken (1846), Geschichte von Schleswig-Holstein (1851—54), Die deutschen Kaiser von Kart den Gr. bis Maximilian I (1862).