Gepubliceerd op 28-02-2021

Georg von oertzen

betekenis & definitie

(baron) duitsch dichter, geb. 2 Febr. 1829 op het riddergoed Brunn in Mecklenburg-Strelitz, was officier, diplomaat en werd ten slotte kamerheer van den groothertog te Meran; gaf verscheidene bundels gedichten in het licht, als: Lieder im Wiederhall (Hamburg 1890), Vom Heimwege (Heidelb. 1902), Symphonien des Windes (Freib. i. Br. 1902), Worte für Augenblicke (Stuttg. 1898), Greift nur hinein (aphorismen, 1901) enz.

< >