Naam van een dal en van drie plaatsen in het oostenrijksche kroonland Salzburg.
1) Het aan natuurschoon overrijke dal Gastein, ook wel „die Gastein” geheeten, is een 40 km lang en 2 km. breed zijdal van het midden-Salzachda!; het heeft in het z. den 2414 meter hoogen Nassfeld-Tauern tot achtergrond en twee vertakkingen der Alpen tot zijwanden. De rondom gelegen gebergten zijn overal met wouden bedekt, uit welke zich hier en daar steile rotsmassa’s en gletschers verheffen. Midden in het dal stroomt de wilde Gasteiner Ache, die tal van watervallen vormt en zich bij Lend in de Salzach uitstort. De door het dal loopende, in 1901 begonnen Tauernspoorweg van SchwarzbaehSt.-Veit over Hof- en Badgastein naar Mallnitz in Karintie, zal in 1904 tot Badgastein geopend worden
2) Wildbad Gastein, meestal Badgastein genoemd, dorp rechts aan de Ache, in het bovengedeelte van het dal G , 22 km. z. van Lend, circa 1000 meter boven zeeniveau, aan den rug van den 2600 meter hoogen Graukogel, 1400 inw., is eendervermaardste badplaatsen in Europa, welks bronnen reeds in de 7de eeuw bekend waren, thans privaateigendom van den oostenrijkschen keizer zijn, en voornamelijk door vorstelijke en zeer rijke personen bezocht worden. Het oudste gedeelte van het plaatsje ligt terrasgewijs aan den oostelijken dalwand, terwijl aan den westelijken wand daartegenover vele villa’s en lustverblijven gebouwd zijn; beide wanden worden gescheiden door de Ache, die hier twee watervallen vormt, die de krachtbronnen der plaatselijke electrische centrale zijn. Het klimaat heeft een alpijnsch karakter ; zelfs in den middenzomer zijn de ochtenden en avonden vinnig koud en nog op den middag wanneer de hitte drukkend wordt is de lucht vochtig; ook valt er 's zomers dikwijls sneeuw. Bij slecht weer begeven de meeste gasten zich naar de Wandelbahn, een glazen galerij met mooi uitzicht in het dal. De voornaamste der bad-inriehtingen is sinds 300 jaren in het bezit der familie Straubinger, wier naam het voert De voornaamste bronnen zijn de Fürster-, Wasserfall-, Chirurgen-. Doktor-, Haupt-, Fledermaus-, Grabenbackeren Ferdinandsquelle; deze geven per dag 43 0o0 hectoliter water, komen in hun bestanddeelen met elkander overeen en hebben een temperatuur van 25,8 tot 49,6° C. en slechts 0,35 vaste bestanddeelen op 1000 doelen water; wat zijn werking betreft rekent men het mineraalwater van G. tot de indifferente termen. Het wordt aanbevolen tegen chronische zenuwziekten, rheumatisme enz. Het seizoen duurt van Mei tot Sept.; het aantal gasten bedroeg in 1900 circa 8500. In 1826—30 werd een 8!/2 km. lange waterleiding aangelegd, die bronwater van Wildbad Gastein naar Hofgastein voert, waar het met een temperatuur van 37—4L°C. aankomt. Te G. werd in 1865 tusschen Oostenrijk en Pruisen onderhandeld over den voorloopigen bestuursvorm van Sleeswijk-Holstein en 14 Aug kwam de Gasteinsche conventie tot stand, welke 20 Aug. te Salzburg door Frans Joseph en Wilhelm I geteekend werd. Volgens dit verdrag kreeg Oostenrijk het bestuur over Holstein, en Pruisen overSleeswijk en voor 2!/-2 millioen thaler, uit te keeren aan Oostenrijk, ook Lauenburg.
3) Hofgastein, marktvlek en hoofd plaats van het dal G., dat een kanton (3281/^ H km , 4500 inw ) vormt van het salzburgsche district St. Johann, rechts aan de Ache. aan, den voet van den 2465 meter hoogen Gamskarkogel, is grooter dan Wildbad G., telt als gemeente ruim 2200 inw.: tal van huurwoningen voor kuurgasten, verder een Kurhaus voor militairen, een stichting van den aartsbisschop van Erlau, Ladislaus Pyrker, en een berlijnsch bankier.
4) Dorp Gastein, dorp, 8 km. noordelijk van Hofgastein, telt als gemeente ongeveer 800 inw.