arabisch : barbaren, eigenlijke naam Oroma of Ilmorma. Volksstam in Oost-Afrika, woonachtig van het landschap Goa in Abyssinië enz. en naar schatting 3 millioen koppen sterk. De G. zijn half neger, half arabier, en verwant aan de Hamieten van het Nijldal. Zij zijn een welgemaakt, levenskrachtig, en een betrekkelijk hoogen ouderdom bereikend menschenras, zonder doorgaande ras-type Die welke in Abyssinië wonen hebben het christendom aangenomen, overigens zijn het mohamedanen of heidenen. Zij houden geen slaven; hun taal behoort evenals die der Danakil en der Somalis tot de ethiopische groep van den Hamitischen stam. De G. zijn goede landbouwers, smeden zelf hun wapens, en zijn uitermate oorlogszuchtig van aard, „de Tartaren van Afrika”. Zij zijn verdeeld in een groot aantal stammen, die kleine republieken vormen met een opperhoofd, een hoogepriester enz. Men kent ze eerst sinds de 16e eeuw, in welke zij, uit het zuid-oosten komend, Abyssinië binnenvielen en weldra de schrik van het land werden; eerst na langdurige worsteling konden zij hier worden tenondergebracht en nog steeds hebben zij deels onafhankelijk, deels schatplichtig, uitgestrekte deelen van Abyssinië in bezit, inzonderheid de dalen van de Abai en de Hawasj, verder deelen van Amhara, Godsjam, Goa, eindelijk de zuidelijke landschappen Gurage, Enarea en Kaffa. Door de Somali’s, waarmee zij voortdurend in oorlog leven, zijn zij over het Tanarmeer gedrongen. De kleeding der mannen bestaat uit een toga van kameel- of geitehaar, die der vrouwen uit lange rokken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk