Gepubliceerd op 28-02-2021

Friedrich wilhelm pestel

betekenis & definitie

duitsch rechtsgeleerde, geb. 1724 in Westfalen, was van 1762—95 hoogl. in de rechten te Leiden, waar ook vele buitenlanders zijne lessen kwamen bijwonen. Tijdens de omwenteling in 1795 werd P. van zijn post ontzet.

Hij keerde naar zijn vaderland terug, totdat hij in 1803 in zijne betrekking als hoogl. hersteld werd. Hij overl. in 1805. Zijn beroemd hoofdwerk is: Fundainenta jurisprudenties naturalis delineata in usum auditorum (1773). Behalve een Compendium (1790) ten behoeve zijner leerlingen, moeten nog zijn Commentarii de republica Batava (1782) vermeld.

< >