Gepubliceerd op 19-01-2021

Friedrich august von ammon

betekenis & definitie

Duitsch oogheelkundige, zoon van den beroemden theoloog C. F. von Ammon (zie vorig artikel) engeb. te Göttingen, 10 Sept. 1799, overl. 18 Mei 1861.

Hij studeerde te Leipzig en Göttingen, vestigde zich als practizeerend geneesheer te Dresden in 1823, was in 1829 professor aan de chirurgisch-medische academie aldaar en directeur der polikliniek, en werd in 1837 lijfarts van koning August II van Saksen. Hij bestudeerde inzonderheid de oogziekten en schreef daarover verscheidene belangrijke werken, als: „Klinische Darstellungen der Krankheiten und Bildungsfehler des menschlichen Auges (1838—47, 4 dln.), zijn hoofdwerk, en voorts : De genest et usu maculae luteae in retina oculi humani obviae”; — „De Iritide” enz. Verder schreef hij: „Die plastische Chirurgie” (1842) „Die er sten Mutterpflichten und die erste Kindespflege” enz. en was hoofdredacteur van het „Zeitschrift für Ophthalmologie” en van het „Monatsschrift für Medizin, Augenheilkunde und Chirurgie”.

< >