(graaf) Pruisisch generaal der kavalerie, geb. 25 Juni 1818, op het stamgoed zijner familie te Karlsburg in Pommeren, werd in het kadettenkorps opgeleid, hetwelk hij in 1835 als officier verliet. In 1842 aide-de-camp van prins Adelbert, met wien hij Brazilië en vele andere landen bezocht; teruggekeerd ging hij twee jaar met verlof, bezocht in dien tijd de hoogeschool te Berlijn, en werd in 1846 prins Friedrich Karl, gedurende diens studietijd te Bonn, als militair begeleider toegevoegd.
In 1848 keerde B. naar zijn regiment terug, werd in 1849 tot ritmeester en kort daarop tot escadronschef bevorderd, werd in 1853 vleugel-adjudant van koning Friedrich Wilhelm IV, nam in de campagne van 1866 deel aan de gevechten bij Münchengratz, Gitschin, Koniggratz en Blumenau, werd in genoemd jaar commandant van Hannover, in 1868 kommandant van Berlijn, was gedurende den fransch-duitschen oorlog gouverneur-generaal van den Elzas, en werd in Maart 1873 generaal der kavallerie. Hij overleed 10 Maart 1897.