nederl. godgeleerde, 1774—1848, remonstrantsch predikant, schreef: Over de oorzaken van het verval in den openharen eeredienst en de ‘middelen van deszelfs herstel (prijsverhandeling, 1797), Bijbelsche tafereelen (2 dln., 1805), leerredenen, enz.
Zijn zoon, Hendrik Nicolaas van T., 1802 —90, was langen tijd remonstr. predikant te Rotterdam, en gedurende 60 jaren lid van de Mij. der Nederl. Letterkunde; gaf eenige stichtelijke werkjes in het licht.