(markies) Engelsch diplomaat en schrijver, geb. 21 Juni 1824 te Florence, volgde in 1841 zijn vader op in de peerage, bekleedde allerlei hooge posten, als onderstaatssecretaris van Indië (1864—66), idem van oorlog (1866), gouverneur-generaal van Canada (1872—78), ambassadeur te Petersburg, later te Konstantinopel, werd daarop naar Egypte gezonden om hier na den opstand onder Arabi de orde te herstellen, volgde in 1884 lord Ripon op als onderkoning van Indië, als hoedanig hij Opper-Birma annexeerde (1885), legde zijn post in 1888 neer, was nog ambassadeur te Rome en te Parijs (1891—96) en overl. Febr. 1902. Hij schreef: Narrative of a journey from Oxford to Skibbereen, during the year of the Irish famine (1847); Contributions to an inquiry into the state of Ireland (1866), enz.
Zijn moeder, Helen Selina Sheridan, geb 1807, overl. 1867, was een bekend dichteres; D. schreef een memorie bij de uitgave harer Songs, Poems and Verses (1894).
Zijn vrouw schreef: Our viceroyal life in India (Lond. 1889) en publiceerde in 1892 : My Canadian Journal 1872—78.
Zijn oudste zoon, Archibald, graaf van Ava, geb. 1863, viel in 1900 in den Transvaaloorlog.