Gepubliceerd op 20-01-2021

Franz cominer

betekenis & definitie

Duitsch componist en muziekgeleerde, geb. 23 Jan. 1813 te Keulen, overl. 17 Aug. 1887 te Berlijn als hoogleeraar aan de academie aldaar ; maakte zich verdienstelijk door het in het licht geven van muziekwerken van nederlandsche toonkunstenaars der 16(1e en 17de eeuw: hoofdwerken: Collectio operum musicorum Batavorum saeculi XVI (12 dln. Mainz, zonder jaartal), Musica sacra (verzameling meesterwerken der l6de, 17de en 18de eeuw, 26 dln , Berlijn, 1839 v, v.), Cantica sacra (16de—18<k eeuw, 2 dln.).

< >