jurist, neef van den vorige, geb. 2 Maart 1851 te Weenen, was hoogl. te Giessen, Marburg, Halle en Berlijn (sinds 1899), is secretaris van de Internationale criminalistische vereeniging; beslist voorstander van grondige hervorming der strafwetgeving. Hoofdwerken: Meineid und falsches Zeugnis (Weenen 1876), Das deutsche Reichspreszrecht (Berl. 1880), Lehrbuch des deutschen Strafrechts (4de dr.
Berl. 1902), Die Reform des jurist. Studiums in Preuszen (Rectoratsrede 1886). Die Grenzgebiete zwischen Privatund Strafrecht (Berl. 1889), Das Völkerrecht, systematisch dargestellt (1902), Strafrechtsfalle zum akademischen Gebrauch (7de dr. Jena 1902).
