Gepubliceerd op 20-01-2021

François réné de chateaubriand

betekenis & definitie

(vicomte) Fransch schrijver en staatsman, geb. 14 Sept. 1768 te Saint-Malo, bezocht het Collège te Rennes, trad in 1788 als luitenant in den krijgsdienst, leerde te Parijs de eerste letterkundigen van dien tijd (Parny, Le Brun, Chamfort enz.) kennen, werd vrijdenker en be’wonderaar van den republikeinschen regeeringsvorm, en begaf zich in 1790 naar NoordAmerika, gedreven door een Rousseausch enthousiasme voor het leven in den oorspronkelijken natuurstaat; na een kort verblijf onder de nomadisch levende Indianen bereikte hem het nieuws van 10 Aug. (vlucht van koning Lodewijk XVI) en keerde hij naar Frankrijk terug, trad te Saint-Malo in het huwelijk, en voegde zich bij het leger der uitgewekenen ; bij de belegering van Thionville, Sept. 1792, gewond, begaf hij zich naar Jersey, en daarna naar Engeland, waar hij, van alle middelen ontbloot, met vertalen en lesgeven in het fransch in zijn onderhoud voorzag, en ook zijn eerste politiek geschrift: Essai historique, politique et moral sur les révolutions anciennes et modernes (Londen 1797), een kritiek op de fransche revolutie en haar ontaarding in despotisme, in het licht gaf; in dit haastig geschreven, verwarde en hier en daar onverstaanbare werk zoekt hij aan te toonen dat de menschheid zich in een kringloop beweegt, telkens terugkeerende op eenzelfde punt van verbastering en ontaarding. Verdriet van allerlei aard, en het overlijden van zijn moeder en zuster, deed hem tot den godsdienst terugkeeren; „J’ai pleuré, et j’ai cru,’’ schrijft hij hieromtrent.

Na den l8aci1 brumaire (9 Nov. 1799) naar Frankrijk teruggekeerd, begon hij met alle kracht tegen de door de 18“e eeuwsche philosophen verbreide denkbeelden te reageeren ; in 1802 verscheen zijn : Le génie du christianisme (5 dln.), waarvan de gloedvolle Indianenroman Atala (reeds tevoren in de „Mercure de France” opgenomen) een episode vormt ; genoemd wTerk is een verheerlijking van de schoonheden van den christelijken godsdienst, schoonheden waaruit de schrijver tot een goddelijken oorsprong van dien godsdienst besluit; Le génie bracht een ware renaissance in de letteren teweeg; verder diende het bijzonder de politieke doeleinden van Bonaparte, die, van den indruk door dit werk gemaakt gebruik makende, een concordaat met den pauselijken stoel sloot, liet herstel der katholieke kerk in Frankrijk bewerkte, en C. in 1803 als gezant naar Rome zond; na den moord op den hertog' van Enghien (Mrt. 1804) nam hij echter ontslag, en wees den eersten tijd alle aanbiedingen van posten van de hand; in 1806 ondernam hij een reis naar Jeruzalem en Griekenland, en keerde over Afrika en Spanje terug; vruchten van deze reis waren het godsdienstig heldendicht in proza Les Martyrs (1809), dat de zegepraal van het christendom over het heidendom tot thema heeft, Itinéraire de Paris à Jérusalem (1811), hoofdzakelijk natuurschilderingen en bespiegelingen in C.’s onnavolgbaar dichterlijk-harmonisch proza, en de in 1807 aangevangen novelle Les aventures du dernier des Abencerrages (1826) Met de restauratie vangt een nieuw tijdperk van politieke werkzaamheid in C’s. leven aan; beurtelings ambassadeur, minister en polemist, is hij nu eens aan de zijde der regeering, dan aan die der oppositie, het eene oogenblik koningsgezinder nog dan de koning, zich het volgende door zijn vrijmoedigheid in woord en geschrift (als b.v. in De la monarchie selon la charte, Parijs 1816) bij de dragers van het gezag in ongenade brengende, over het geheel onstandvastig , gedurig hinkende op twee of meer gedachten, steeds geneigd te bewonderen, te verheerlijken, te betwijfelen en te verwerpen. Zijn voorn. geschriften na het tijdvak van het keizerrijk zijn : De Buonaparte et des Bourbons (1814), Les Natchez (1825), Discours historiques sur la chute de Vempire romain (1831), Essai sur la littérature anglaise (1836), Le congrès de Vérone (1838), Vie de Rancé (1844), een vertaling van Milton’s Verloren Paradijs, enz. Onmiddellijk na zijn dood (4 Juli 1848) werden zijn Mémoires Loutretombe uitgegeven; in het museum te Versailles en in zijn geboorteplaats (1875) werden standbeelden voor hem opgericht. Hij werd begraven op het kleine eiland Grand-Bey, niet ver van Malo.

< >