eigenlijk portug. Mello (Don), portugeesch dichter en spaansch geschiedschrijver, geb. 23 Nov. 1611 te Lissabon, trad op 17-jarigen leeftijd in militairen dienst en onderscheidde zich in Vlaanderen.
Toen Portugal zich 1640 van Spanje afscheidde, begaf hij zich naar Lissabon, waar hij bij den diplomatieken dienst geplaatst werd. Door een machtig vijand beschuldigd van den moord op Francisco Cardoso, werd hij negen jaar in de gevangenis gehouden en daarop naar Brazilië verbannen. Door bemiddeling van het fransche hof teruggeroepen, legde hij zich voortaan te Lissabon alleen op de letterkunde toe; hij overleed aldaar 13 Oct. 1666. Zijn beroemdste werk is de Historia de los movimientos, separacion y guerra de Gataluna en tiempo de Felipe IV (het eerst te Lissabon 1645; o. m. ook afgedrukt in het 21ste dl. der „Biblioteca de autores espanoles”, Madrid); zij werd vervolgd door Jaime Tió (Madrid 1875 en meerm.). In de geschiedenis der portugeesche literatuur neemt M. een der eerste plaatsen in; het blijspel O fidalgo aprendiz is een echt nationale zedenschets vol humor; zijn prozawerken Apologos dialogaes munten uit door vorm en inhoud. Nog dienen genoemd de Feira dos Anexins en de Carta de guia de casados; voorts zijn spaansche gedichten Obras metricas: las tres musas de Melodino; alleen het deel As segundas tres musas bevat portugeesche gedichten.