spaansch schilder en graveur, geb. 31 Maart 1746 te Fuendetodos in Aragon, werd te Saragossa in de kunst opgeleid, bezocht Rome en werd na zijn terugkomst hofschilder van Karel IV; hij leidde een schitterend leven; viel echter bij Ferdinand VII in ongenade, en overl. 16 Maart 1828 te Bordeaux. G. bekoort minder als kolorist dan als scherp waarnemer; zijn beste werken stellen tooneelen voor uit de geschiedenis zijns tijds (Opstand te Madrid van 3 Mei 1808, in het Prado) en uit het gebied van het volksbijgeloof; hij schilderde ook phantasiestukken, portretten, satires op de schaduwzijden der samenleving enz.
Zijn voornaamste graveerwerken zijn: een serie van 80 allegorisch-satirieke teekeningen, De stierengevechten (Tauromaquia, 33 platen), De ellenden des oorlogs (Desastros de la guerra, 80 platen met tooneelen uit den onafhankelijkheidsoorlog), De spreekwoorden (Proverbios, 18 platen).