Gepubliceerd op 17-02-2021

Francis bret harte

betekenis & definitie

amerikaansch dichter en novellist, geb. 25 Aug. 1839 te Albany (staat New-York), verloor vroeg zijn vader, een onderwijzer, emigreerde op 17-jarigen leeftijd met zijn moeder naar Californië, werkte hier onder arbeiders in de goudmijnen als onderwijzer, postbode enz., arbeidde ook zelf eenigen tijd in de mijnen, werd vervolgens letterzetter, en kwam als zoodanig aan Jiet blad „Golden Era” te San Francisco; hij begon voor dit blad weldra schetsen uit het californische leven te schrijven en werd ten slotte mede-redacteur van het letterkundig weekblad „The Californian”. Van 1864—70 was hij1 secretaris van het filiaal van de Munt der Vereenigde Staten te San Francisco.

Door zijn poëtische bijdragen voor couranten en tijdschriften werd hij intusschen algemeen bekend; vooral zijn gedichten The society upon the Stanislau, The Pliocene skull en John Burns of Gettysburg vonden veel bijval. In 1858 kreeg hij de leiding van de korttevoren opgerichte „Overland Monthly”, in het Augustusnummer waarvan zijn bekende novelle The luck of B,oaring Camp verscheen; zijn bijdragen in dit tijdschrift, het eerste van letterkundige beteekenis in de streken van de Pacific, trokken in ruimen kring, in Amerika zoowel als in Europa, de aandacht; in Sept. 1870 verscheen zijn humoristisch gedicht Plain language from truthful James or the heathen Chinee, dat humor, pathos en levendige karakterschildering in zich vereenigt en overigens aantoonde dat het nieuwe land van goud en anarchie met zijn grootsche natuur een schilder gevonden had, die het in al zijn vreemdheid voor oogen vermocht ,te stellen. In 1870 werd H. benoemd tot hoogleeraar in de nieuwere literatuur aan de californische staats-hoogeschool. Hij legde deze betrekking echter reeds in 1871 neer, evenals de redactie van de „Overland Monthly”, aanvaardde een benoeming tot consul te Krefeld in Duitschland, was van 1880—85 in gelijke hoedanigheid te Glasgow werkzaam, en hield zich sinds te Londen met letterkundigen arbeid bezig; hij overl. 5 Mei 1902 te Camberley in Engeland. Van zijn overige geschriften moeten vermeld: Condensed novels (1867), Poems (1870), Poetical works (1873), Mrs. Skaggs's husbands (1873), Echoes of the Foothills (1874), Tales of the Argonauts (1875), Two men of Sandy Bar (1876), Thankful blossom (1876), The story of a mine (1877), Drift from two shores (1879), The twins of the Table Mountain (1879), Flip, and Found at Blazing Star (1882), In the Carquinez woods (1883), On the frontier 1884), By shore and sedge (1885), Maruja 1885), Snowbound at Eagle’s (1886), A millionaire of Bough and Beady (1887), The queen of the Pirate Isle (1887, kinderverhaal, door Kate Greenaway geïllustreerd), The Argonauts of Forth Liberty (1888), A Phyllis of the Sierras (1888), Cressy (1889), The heritage of Dedlow Marsh (1889), A waif of the plains (1890), A ward of the golden gate (1891), A Sappho of Green Springs (1891), A first family of Tasajara (1892), Colonel Starbottle’s client (1892), Susy (1893), A protegee of Jack Hamlin’s (1894), The bell-ringer of Angel’s (1894), Clarence (1895), In a hollow of the hills (1895), Devil’s ford (1896), The crusade of the Excelsior (1897), Three Partners (1897), Mr.

Jack Hamelins meditation and other stories (1899), From sandhill to pine (1900). Volledige edities verschenen 1881 te Londen en 1891 te Boston. Vele van H.’s werken werden ook in het nederlandsch vertaald.

< >