naam van twee koningen der beide Siciliën:
Ferdinand I (als koning van Napels Ferdinand IV), geb. 12 Jan. 1751, verkreeg, toen zijn vader, Karel III, in 1759 koning van Spanje werd, het op grond van verdragen met Spanje onvereenigbare Beneden-Italiö en Sicilië, liet de regeering grootendeels aan zijn heerschzuchtige echtgenoote, Karolina Maria, over, die den haar onaangenamen eersten minister Tannucci eerst door La Sambuca (1777) en later door Acton (zie deze) verving; in den koalitie-oorlog tegen Frankrijk gewikkeld, moest hij na de nederlaag van Mack tegen Champiormet naar Palermo vluchten (24 Dec. 1798), terwijl in Napels na de onderwerping der Lazzaroni de Parthenopeesche republiek werd gesticht (23 Jan. 1794). Na den aftocht der fransche troepen slaagde kardinaal Ruffo er echter in Napels te heroveren, zoodat F. in Jan. 1800 kon terugkeeren; in 1801 moest hij echter aan de als overwinnaars uit Duitschland teruggekeerde Franschen Piombino, Porto-Longone, enz. afstaan en zich bij het continentaal stelsel aansluiten; bij het uitbreken van den oorlog van 1805 gaf _F. evenwel engelsehe en russische troepen gelegenheid om te landen, tegelijkertijd toebereidselen makende om met kracht aan den oorlog tegen Napoléon deel te nemen; deze laatste echter bezette na de verrassend snel behaalde overwinning bij Austerlitz F.’s gehcele gebied, dat nu eerst aan Joseph Bonaparte en later aan Murat werd gegeven. Terwijl F. zich intusschen op Sicilië onder bescherming der engelsehe vloot tegen Napoléon handhaafde, trad zijn echtgenoote met laatstgenoemde in geheime onderhandeling; zoodra dit echter bekend werd, bewerkte lord Bentinck, admiraal der engelsehe vloot, hare verwijdering van Sicilië en dwong in 1812 F. zijn meer engelschgezinden zoon Frans in zijn plaats tot stadhouder aan te stellen; na Bentinck’s vertrek nam F. echter zelf weer de regeering in handen en verkreeg na Napoléons val ook Napels weer; toen op het voorbeeld van Spanje in 1820 in zijn gebied een aigemeene opstand uitbrak, gaf' hij bet stadhouderschap weer aan F rans, die de gevorderde grondwet onmiddellijk toestond, welke ook F. bezwoer om kort daarop, gesteund door oostenrijksche troepen, op grond van de met Oustenrijk, Rusland en Pruisen te Laibacb gesloten verdragen, zijn absoluut gezag w eer te herstellen. Hij overl. 3 Jan, 1825 te Napels, en werd opgevolgd door zijn zoon Frans 1.
Ferdinand II, kleinzoon des vorigen, geb. 12 «fan. 1810, voerde, na 8 Nov. 1830 aan de regeering gekomen te zijn, in tegenstelling met zijn vader, Frans I, aanvankelijk allerlei hervormingen in, doch verviel spoedig weer tot het door zijn voorgangers gehuldigde absolutisme, waarop allerwege opstanden uitbarstten, waardoor F. ten slotte in 1848 zich gedwongen zag zijn door het volk gehate ministers te ontslaan, een grondwet uit te vaardigen, enz.; intusschen werkten hij en zijn aanhang in het geheim aan een staatsgreep, dien hij, gesteund door zwitsersche troepen en de opgezweepte lazzaroni-benden, 15 Mei 1848 met, succes uitvoerde en met het vreeselijk bombardement van Messina, naar hetwelk hij den bijnaam van Rè Bomba (Bommenkoning) kreeg, voltooide; duizenden politieke verdachten werden nu gevangen gezet en verbannen en over het geheele koninkrijk werd een vreeselijke wraakoefening geiiouden; 8 Dec. 1856 deed de soldaat Milano een aanslag op zijn leven, waarbij hem een zware wonde werd toegebracht; hij leefde sinds teruggetrokken en steeds lijdende aan zijn wonde, tot hij 22 Mei 1859 te Caserta stierf; hij werd opgevolgd door Frans II.