Gepubliceerd op 29-01-2021

Euphorbiaceeën

betekenis & definitie

Plantenfamilie van de orde der Tricoccae, met omstreeks 3000 over de geheele aarde, voor het meerendeel echter in de tropen verbreide soorten: liet zijn hoornen, struiken of kruidachtige planten van zeer verschillenden vorm; allen bevatten in al hun deelen in overvloedige mate een caoutchouchoudend melksap; de bladen zijn afwisselend, enkelv., zelden handdeelig; bloemen 1-slachtig, 1- of 2-hu'izig, alleenstaande of tot verschillend gevormde, dikwerf nog door een bijzonder hulsel omgeven ,bloeiwijzen vereenigd; bloemdek meest kelkachtig, 4—6-deelig, veelal van een tweede reeks kleine blaadjes (bloembladen) voorzien, somtijds in ’t geheel niet aanwezig; meeldraden met helmknoppen, die op den top der helmdraden gezeten en geheel van elkander gescheiden zijn; vruchtbeginsel vrij, meest 3-hokkig, met even zoovele stijlen en enkelvoudige of gespleten stempels als er hokjes zijn; vrucht meest doos-, zelden besachtig, en uit drie kluisjes bestaande, welke éenzadig en om een centraal zuiltje geplaatst zijn, dat zij later loslaten; zaden dikwerf van een vleezig aanaanhangsel voorzien. Deze vormenrijke familie wordt hier te lande slechts door eenige weinige geslachten vertegenwoordigd. Zij onderscheidt zich zeer door haar gehalte aan werkzame bestanddeelen, welke meestal in het melksap'vervat zijn. Vele E. zijn officineel of van technisch belang, als b.v. Ricinus comniunis, Croton tiylinm, Croton eleufheria, Manihot titilissima, Manihot Glaziovii, Hevea brasiliensis, Rottiera tinctoria, Aleurites moluccana, Stillingia sehifcra; verder bevat de familie ook eenige zeer vergiftige planten, b.v. de manzanillaboom (zie Hippomane), verschillende Euphorbia-soorten, Toxicodendro», Hum, Excoecaria enz.; sierplanten bevatten voornamelijk de geslachten Euphorbia, Cordiaeuni, Croton, Phyllauthus. Dikwijls wordt ook de familie der Buxineeën tot de E. gerekend.

< >