Gepubliceerd op 20-01-2021

Etienne jean delécluze

betekenis & definitie

Fransch schilder, letterkundige en kritikus, geb. 1781 te Parijs, overl. 1863 te Versailles, werd op het atelier van David tot schilder opgeleid, en zijn debuutstukken waren niet zonder belofte voor de toekomst; sinds 1816 echter begon hij zich aan de letteren te wijden; bevriend met heel de jeunesse littéraire der Restauratie, toegelaten tot de eerste kringen van dit tijdvak, bevattenzijn Souvenirs de soixante années (1862), omtrent deze vele interessante bijzonderheden : van 1828 tot zijn dood gaf hij in het licht; Précis dune histoire de la peinture (1828), Mademoiselle Justine de Liron (1832), Notice sur la vie et les ouvrages de Léopold Robert (1838), Dona Olympia, la belle-sœur du pape Innocent X (1842), Grégoire VII, saint François d'Assise et saint Thomas (VAquin (1844), Louis David, son école et son temps (1855), les Beaux-arts dans les deux mondes en 1855 (1856); hij was voorts medewerker van „l’Artiste”, van Plutarque français, aan de Dictionnaire de la Conversation en aan Dictionnaires des principales villes de France, aan „Siècle”, aan de „Revue française” en aan de „Revue des Deux Mondes”. Als kunstkritikus neemt D. een eerste plaats in; als schrijver onderscheidt hij zich door éen duidelijken, helderen stijl.

< >