Gepubliceerd op 29-01-2021

Erzeroein

betekenis & definitie

Erseroem, Ersiroem. Hoofdstad van het gelijknamig aziatisch-turksche vilajet (49700 km‘2., 645.700 inw.) in Turksch-Armenië, aan den zuidrand van een 38 km. lange, 22 km. breede, ’s winters zeer koude, ’s zomers warme hoogvlakte, welke ten deele goed bewaterd, echter over het geheel arm aan hout en zwak bevolkt is en doorsneden wordt door de Kara-soe of westelijke Euphraat; E., gelegen op 8 km. van genoemde rivier, 2032 meter boven zeeniveau, is een sterke vesting, en zetel van den wali of gouverneur-generaal; de stad heeft volgens Cuinet een bevolking van omstreeks 39000 personen, voor de helft turken, overigens armeniërs en perzen en eenige grieken. In den nieuwsten tijd heeft de stad ingevolge de in 1866 begonnen slechting der hooge, vervallen vestingmuren der Disj-Kaleb (buitenvesting) welke de citadel of ltsy-Kaleb omgaf, een geheel ander voorkomen gekregen. Sinds 1864 kreeg de stad nieuwe vestingwerken. De straten, ten deele geplaveid, zijn nauw en bochtig. E. heeft 65 moskeeën, 15 derwisch-kloosters, 4 christen-kerken een armeensche school, 17 badinrichtingen, en tal van met kufische inscripties voorziene praalgraven. De Sjifteh-minaret, een dubbeltoren, thans ingericht tot militaire gevangenis, geldt als het oudste bouwwerk van E. De eertijds belangrijke handel van E. is sterk achteruitgegaan sinds de perzisch-europeesche handel zijn weg niet meer over het armeensche hoogland neemt, en de vroeger zoo drukke karavanenweg van Trapezunt over E. naarde perzische grens is sedert meer en meer in onbruik geraakt, hoewel in 1870 tusschen beide eerstgenoemde plaatsen een soort chaussee werd aangelegd. Ook de nijverheid der stad, voorheen vermaard (ijzer- en kopersmederijen), is wegens de emigratie der beste arbeiders naar Rusland zeer achteruitgaan; behalve de genoemde hebben ook de tapijt- en leder-industriën zwaar geleden. Ook heeft E. zijn beteekenis als wereldmarkt van pelswerk en paarden verloren.

E. is een zeer oude plaats, bij de armeniërs Karin of Garin Khalakh (stad van het landschap Garin) geheeten, welke naam in het turksch tot Kalikalah verbasterde. Anatolius, veldheer van Theodosius II, bouwde hier in de 5de eeuw de vesting Theodosiopolis. Sinds 1049 tot een aanzienlijk emporium geworden, viel de stad in 1201 in handen der Seldsjoeken. Daarna kwam zijin 1242 aan de Mongolen, en in 1517 aan de Turken. In den russisch-turkschen oorlog van 1828 en 1829 werd E. door Paskiewitsch op 9 Juli 1829 ingenomen; bij den vrede van Adrianopel, 14 Sept. 1829, werd het echter aan de Turken teruggegeven, doch de stad was inmiddels ten deele verwoest en vele armeensche familiën trokken naar elders. 2 Juni 1859 werd E. door een aardbeving geteisterd, waarbij vele gebouwen instortten. 9 Nov. 1877 deden de Russen een poging de stad te overrompelen, hetgeen mislukte; bij den wapenstilstand van Adrianopel (Febr. 1878) werd hen echter toegestaan de stad te bezetten; na den vrede van San Stefano moesten zij haar evenwel weder ontruimen.

< >