Gepubliceerd op 29-01-2021

Erigeron

betekenis & definitie

L. Fijnstraal. Plantengesl. van de fam. der Compositen; men kent een 100-tal soorten van zeer verschillenden habitus, die in de gematigde zones en in de bergstreken der tropen sterk verbreid zijn; het zijn kruiden met rechtopstaanden stengel, niet-ingesneden gaafrandige bladen, waarvan de onderste in den regel een wortelroset vormen, terwijl de overige verspreid staan; allen hebben bloemhoofdjes met buisvormige sehijlbloempjes en smalle, in vele rijen geplaatste straalbloemen. In Nederl. komen voor: E. canadensis, de Canadeesche fijnstraal (éénjarige plant, bladen lijnlancetvormig, hoofdjes zeer klein, zeer talrijk tot een lange pluim vereenigd, straalbloemen wit, groeit in de duinen, ook wel op bouwland en langs wegen, wordt tot 1 meter hoog): E. acer, de scherpe fijnstraal, het blauw bijtend donderzaad (tweejarige plant, tot 1 /3 meter hoog, bladen langwerpig, gaafrandig, straalbloemen rood of blauwachtig, hoofdjes in trossen of schermvormige pluimen), en E. linifolium, de vlasbladige fijnstraal, met draadvormige randbloemen, slechts een enkele maal gevonden. Vele E. soorten worden wegens hun schoone bloemen als sierplanten gekweekt, als E. speciosmn Dec., uit Californië met helderblauwe, en E. glabellum Nutt., uit Noord-Amerika, met licht violette straalbloemen en gele schijf, verder E. aiirantiacum Rgl., met donker-oranjeroode bloemen.

< >