(markies) secretaris van Napoleon op St. Helena, geb. 1766 op het slot Las Cases bij Redel, overl. 1842, was luitenant bij de marine, emigreerde in 1791, diende in het leger van Condé in den veldtocht van 1792, begaf zich naar Engeland, nam deel aan de expeditie van Quiberon, bleef in Engeland door privaatlessen in zijn onderhoud voorzien, tot den 18den Brumaire, toen hij naar Frankrijk terugkeerde waar hij zich bezig hield met het vervaardigen van een Atlas historique, dien hij onder den naam „Lesage” uitgaf (1803).
Dit werk vestigde de aandacht des keizers op hem, die hem in 1808 tot baron des Rijks en na den aanval der Engelschen op Vlissingen, waarbij L. als volontair aan de verdediging deelnam, tot requestenmeester in den staatsraad aanstelde. Bij den eersten inval der Geallieerden voerde L. het bevel over een legioen der pas opgerichte nationale garde, en na de eerste abdicatie van Napoleon, weigerde L. in den staatsraad de desbetreffende acte te onderteekenen. Hij vertrok naar Engeland, doch kwam gedurende de „honderd dagen” weer in zijn vaderland en werd nu tot staatsraad en kamerheer des keizers verheven. Na den slag bij Waterloo wilde hij diens lot deelen en vergezelde hem met zijn oudsten zoon naar St. Helena. Napoleon dicteerde hem hier een gedeelte van zijn gedenkschriften en liet zich door hem in het engelsch onderwijzen, doch een vrijmoedige brief van L. aan Lucien Bonaparte en die Hudson Lowe in handen viel, had ten gevolge dat hij met zijn zoon in 1816 van den keizer werd gescheiden, aan de Kaap acht maanden gevangen gezet en naar Europa teruggebracht werd.
Hij zette zich nu in België neder en deed alles wat in zijn vermogen was om in het lot van Napoleon verbetering te brengen. Eerst toen de keizer was overleden, keerde L. naar Frankrijk terug, waar hij na de Juli-omwenteling in het parlement een zetel kreeg voor St. Denis, en aan de uiterste linkerzijde plaats nam. In 1823—24 verscheen zijn Memorial de St. Hélène.Zijn zoon Emmanuel Pons Dieudonné, eerst baron, later graaf de Las Casas, geb. 1800, overl. 1854, was op het eiland St. Helena evenals zijn vader secretaris des 'keizers. Hij nam deel aan de Juli-revolutie, werd lid der Kamer en vergezelde den prins van Joinville naar St. Helena, toen deze de overblijfselen van Napoleon van daar haalde om hen naar Frankrijk te brengen (1848). Na de revolutie van 1848 sloot hij zich bij Lodewijk Napoleon aan en werd toen deze keizer was geworden tot senator benoemd (1853). Hij schreef: Journal êcrit d bord de la frégate la BellePoule.
