Nederl. schrijfster, en dichteres, geb. te Vlissingen, 21 Juli 1738: zij huwde met den predikant Atlriaan Wolf (overl. 1777j; zij trad aanvankelijk met kleine satirieke stukjes op. later met werken van grooteren omvang. Het werk De menuet en de dommes pruik baarde groot opzien.
Na den dood haars echtgenoots bleef zij door den band der vriendschap verbonden aan de geestige Agatha Deken, met wie zij zich gedurende den Engelschen oorlog naar Trevoux begaf; in 1795 keerde zij naar Nederland terug, vestigde zich te Den Haag, en overleed 5 Xov. 1804. Gezamenlijk schreven de beide vriendinnen de nog steeds gelezen en gevierde werken: Historie van Mejufvrouw Sara Burgerhart (1782); Historie van den heer Willem Leecend (1785),, Brieven van Abraham Blankoert (1787). Historie van Mejufvrouw Wildschut (1798), die allen uitmunten door hun zedelijken, menschkundigen inhoud en geestige behandeling', terwijl ze in bijzondere mate een nationaal-nederiandsch karakter dragen en de eerste voortbrengselen der romantiek in Nederland zijn. B. bracht bovendien geschriften van Genlis, Pope enz. in het nederl. over.