(hertog) Fransch staatsman, geb. 28 Sept. 1780, overl. 25 Oct. 1860, werd in 1806 rechter van het tribunaal v/h dept. Seine,in 1807 conseiller de kabinet van Lodewijk van Holland, in 1811 raad aan het hooggerechtshof Parijs, kreeg op zijn weigering om Napoléon gedurende de honderd dagen te dienen van de Bourbons allerlei hooge posten, en beijverde zich voorts de monarchie van genoemd huis te bevestigen, trachtende, gelijk hij het uitdrukte, „a royaliser la nation et a nationaliser le royalisme”. Na de Februari-revolutie van 1848 trad hij in het private leven terug.
Zijn zoon, Louis Charles Amanieu, hertog Decazes en van Glücksberg, geb. 29 Mei 1819, overl. 17 Sept. 1886, bekleedde eerst allerlei diplomatieke betrekkingen te Londen, Madrid en Lissabon, leefde van 1841—1871 teruggetrokken, nam toen als afgevaardigde van het dept. Gironde zitting in de Assemblée nationale, waar hij zich bij de rechter-centrum fractie voegde; na den val van Thiers werd hij door de Broglie eerst benoemd tot ambassadeur te Londen (Nov. 1873), later tot minister van buitenl. zaken, welke portefeuille hij bij de formatie van het kabinet-Rochebouët in Nov. 1877 verloor; hij trek zich daarop in het private leven terug.
