nederl. schilder, geb. 1667 te Nijmegen; vestigde zich te Rotterdam, en was een der meest gewilde portret- en bloemschilders van zijn tijd. Hij werd bij zijn meeste werken geholpen door zijn broeder Tobias.
Zijn zoon, Dionys van N., 1705—1798, schilderde eveneens portretten en verder kabinet- en plafondstukken, en voor de kerk der Jansenisten een altaarstuk: De verheerlijking op den berg Tabor. Zijn zoon Gerard van N., 1735— 1808, was een talentvol landschapschilder en heeft ook geëtst.