Duitsch schrijver, geb. 6 Jan. 1850, te Berlijn zoon van een spoorwegmachinist; hij bezocht het gymnasium Friedrich Herder in zijn geboorteplaats, was daarna eenigen tijd werkzaam aan een bankinstelling, en werd in 1886 redacteur van het blad Sozialdemokrat; in 1888 werd hij uit Zwitserland verbannen en ging toen naar Londen, later naar Weenen. Als theoreticus neemt hij een eerste plaats in in de sociaal-demokratische partij; zijn kritiek op liet partijprogram en zijn debat met Kautsky, o a. over het punt of de statistieken al of niet op een verdringen van het kleinbedrijf door de grootindustrie en op concentratie van kapitaal wijzen, hetgeen door B. ontkent wordt, dreigde een oogenblik verdeeldheid in genoemde partij te brengen.
Van zijn geschriften werden enkele in het nederl. vertaald, als: „De voorwaarden tot het socialisme en de taak der sociaal-democratie“ (vertaling Ankersmit, Amst. 1899).
