geleerde, geb. 1531 te Steinfurt, Westfalen, vestigde zich te Leeuwarden, waar hij rector van het gymnasium werd. Hij heeft onderscheidene werken nagelaten, als: Infantia imperii Romani sub Vil regibus; Theatrum ingenii humani, sive de cognoscendo hominum indole et secretis animi motibus (in 1664 door R.
Neuhusius uitgegeven); Fatidica sacra et profana, sive de devina futurorum pronuntiatione; Nova grammatici; Triga scholasticarum artium, enz. Hij overl. 1638.