Gepubliceerd op 20-01-2021

Durham (engeland)

betekenis & definitie

1) Durhamshire, graafschap van noordelijk Engeland, in het n. door de Derwmnt en de Tyne van Northumberland en in het z door de Tees van Yorkshire gescheiden, grenst ten w. aan Cumberland en Westmoreland en ten o. aan de Noordzee, is 2620 ¾ km2, groot, en telde in 1901: 1.187.324 inw. D. is in het n. en in het w. bergachtig, het oostelijk grooter deel is vlak; in het w. verheffen zich takken van den Penninischen keten, die meest kaal en met heide bedekt zijn, en in den Kilhope Law een hoogte van 670 m bereiken. Hier ontspringen de Wear en de Tees, welke laatste een 15 meter hoogen val maakt; beide rivieren zijn evenals de Tyne van het graafschap zelf bevaarbaar. Aan de kust ligt een weelderige zone akkerland, met zoutmijnen in het zuiden. Het graafschap is zeer rijk aan delfstoffen; in de steenkoolmijnen van Durham werken omstreeks 100,000 arbeiders; verder bevat de grond enorme hoeveelheden ijzer en lood, dat meest in de groote smelterijen en fabrieken versmolten en verder verwerkt wordt. De glasblazerijen van D. leveren per jaar omstreeks 50,000 millioenen flesschen, behalve een menigte andere glaswaren. Nevens bergbouw en verwante bedrijven heeft D. landbouw en veeteelt; de korthoornige Durham-koe geeft per dag tot 27 liter melk, die zeer rijk is aan kaasstof. Een deel der kustbevolking leeft van de visscherij, te Jarrow en Sunderland zijn scheepsbouwwerven; D. heeft groote hoeveelheden ijzer-en loodwaren, glas, papier, leer, aardewerk, vitriool, salmiak, lijnwaad en dril uit, het heeft een dicht spoorwegnet, vooral in de omgeving van Darlington, Durham en Newcastle. Het graafschap‘zendt 16 afgevaardigden naar het parlement, nl. het platteland 8, de stad Sunderland 2, de steden Darlington, Durham, Gateshead, Hartlepool, South Shields en Stockton elk 1. Uit den grond zijn tal van romeinsche oudheden, als altaren, urnen, munten enz. opgegraven, en in de nabijheid vanLanchester, Binchester en Ebchesterbevinden zich nog overblijfselen van romeinsche legerplaatsen.

2) Hoofdstad van het graafschap D., parlementsdistrict, zetel van een bisschop, middelpunt van een 7-tal spoorlijnen, ligt 18 km.v/d Noordzee, aan een steile hoogte, die aan drie zijden door de op drie plaatsen overbrugde Wear wordt bespoeld, telde in 1901 : 14.641 inw. Aan de rivier ontstaan verschillende nieuwe wijken ; het oude gedeelte der stad is door een ringmuur omgeven. De top van den heuvel draagt de ommuurde, prachtige kathedraal, in normandischen stijl gebouwd, en 1093 aangevangen, in 1480 voltooid, 155 m. breed, gemiddeld 52 m. breed, en in de middentoren 65 m. hoog, bevat de graftombe van den H. Cuthbert en van Bede. In de nabijheid staat het onder Willem den Veroveraar gebouwde slot, langen tijd verblijf van den bisschop, thans universiteits-gebouw. In 1290 werd door den prior van D. hier een college gesticht, dat onder Hendrik VIII opgeheven werd ; ten tijde der republiek stichtte Cromwell te D. een nieuw college, dat bij de Restauratie weer werd gesloten. De tegenwoordige universiteit van D. werd geopend in 1833; een koninklijk charter schonk haar in 1837 de bevoegdheid graden uit te reiken; zij bevat leerstoelen in godgeleerdheid, kerkgeschiedenis, klassieke literatuur, hebreeuwsch, wis- en sterrenkunde, medicijnen; licentiaten in de godgeleerdheid moeten lidmaat der engelsche kerk zijn; de universiteit telt verscheidene tutors en andere onderwijzers. Twee andere inrichtingen van onderwijs (collegiate establishments) te D., nl. het University College en Bishop Hatfield’s Hall, alsmede het College of Medecine en het College of Science te Newcastle, staan met de universiteit van D. in direct verband. Verder heeft de stad een fraai stadhuis, een groot vergaderlokaal der mijnwerkers van D., een latijnsche school, een seminarie der engelsche kerk. De hoofdproducten der industrie van D. zijn mosterd, tapijten en ijzer

< >