zandheuvelen aan de kust der zee, uit het zeezand opgewoeld en opgewaaid; zij ontstaan doordat de wind het door het zeewater achtergelaten en opgedroogde zand opjaagt en rondom een hindernis, een boomstomp enz. als om een kern ophoopt tot de hindernis geheel is bedekt; vervolgens kan de aldus ontstane heuvel in hoogte en omvang toenemen of wel weer verwaaien. Op vele plaatsen aan de zeestranden zet de duinvorming zich gestadig landwaarts voort, op andere plaatsen is men er in geslaagd door aanplanten van verschillende gewassen het landwaarts schrijden der duinen te stuiten en zelfs er nut van te trekken. Als natuurlijke schutsmuren tegen het landwaarts dringen van de zee, en als beschutting voor de ondermijning en wegknabbeling van de kust door den golfslag, zijn voor vlakke kuststreken de duinen bestaansvoorwaarden, die als zoodanig moeten worden beschermd. De duinen vormen zich behalve aan vlakke zeekusten ook in zandwoestijnen, als b.v. in de Sahara. Hun hoogte wisselt of van eenige meters tot 180 meters (in de Sahara, bij kaap Bojador) Bij een volkomen ontwikkelde duinvorming komen typisch drie evenwijdig achter elkaar gelegen reeksen voor; de reeks die het dichtst aan zee ligt heeten voorduinen, de daaropvolgende reeks, gewoonlijk de hoogste, en ten koste van de voorduinen ontstaan, dragen den naam van middenduinen, terwijl de daarachter gelegen reeks als binnenduinen worden aaugeduid; achter de duinenzone breiden zich meestal zoetwater-moerassen, poelen en veengronden uit. Tusschen de duinen strekken zich grootere of kleine, dikwijls begroeide dalen uit, duinpannen geheeten. Zelden slechts blijven de duinen lang in denzelfden toestand; de voorduinen, bij vloedgetij gestadig door den golfslag ondermijnd, storten gedurig in, en de wind brengt overigens onophoudelijk veranderingen in het voorkomen der duinen teweeg; bij storm loopen in of nabij de duinen gelegen dorpen groot gevaar bedolven te worden; in Nederland zijn op Ameland en op Walcheren op deze wijze dorpen door het opgejaagde zand bedekt. De gewassen die voor het bevestigen der duinen hetgeschikst zijn gebleken, zijn grassen (geslachten Arundo en Elymus) en struiken (Salix daphnoides, Hippophaë rhamnoides.) De aanbouw van Pinus pinaster in zuidelijk Europa en vooral in Frankrijk uitnemend geslaagd, is elders (Nederland, Duitschland) geheele of ten deele mislukt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk