Gepubliceerd op 20-01-2021

Don (titel)

betekenis & definitie

ital. en spaansch, portug. dom, ontstaan uit het lat. dominus, heer, een eeretitel, oorspronkelijk door den paus, later door bisschoppen, abten, voorts door monniken en thans in Italië nog door de geestelijken gevoerd; in Portugal komt bij slechts den souverein en de leden van diens familie toe; in Spanje werd hij allereerst verleend als belooning voor aan den staat bewezen diensten ; Filips III schonk hem den bisschoppen, graven, hidalgos, aanzienlijken van adel en zoons van hoogwaardigheidbekleeders; tegenwoordig is het in Spanje een gewone, familiare beleefdheidstitel, ongeveer in dezelfde gevallen gebezigd als het nederl. „mijnheer“ ; hij wordt echter niet, gelijk in het buitenland dikwijls verkeerdelijk geschiedt, voor den familienaam, maar steeds voor den voornaam geplaatst, evenals bet engelsche „sir.” De overeenkomstige vrouwelijke vormen zijn donna (ital.), dona (spaansch) en dona (portug.) In Spanje is het gebruikelijk reeds na een vluchtige kennismaking niet meer met sebor, maar met don (dona) en den voornaam aan te spreken.

< >