Gepubliceerd op 20-01-2021

Dominica (eiland)

betekenis & definitie

fr. La Dominique. Het grootste van de tot het britsche gouvernement der Leeward-eilanden behoorende Kleine Antillen, West-Indië, tusschen Guadeloupe en Martinique, van elk ongeveer 35 km. verwijderd ; het heeft over het geheel een vulkanisch karakter ; trachyt vormt den ondergrond, die een langen bergketen draagt, welke in den Morne Diablotin een hoogte van 1600 meters bereikt; in het z. ligt de krater La Soufrière, die tijdens de groote Antillenramp van Mei 1902 ook begon te werken; het klimaat is vochtig en warm, de bodem vruchtbaar, zoodat alle gewassen der tropen hier kunnen gedijen (koffie, suiker, cacao, indigo, katoen, bananen, bataten, ooft, groenten); de bergen zijn meest met wouden van rozenhout en andere kostbare houtsoorten bedekt; wild, gevogelte, zwijnen, ook wilde bijen, zijn in overvloed voorhanden, en de vischvangst is voor velen een middel van bestaan; uit de talrijke solfataren wordt zwavel gewonnen. Het eiland heeft een oppervlakte van 754 km'2 en telde 1898:29.886 inw., voor het meerëndeel voormalige slaven; onder de weinige blanken bevinden zich nakomelingen der oude spaansche bevolking, terwijl de oorspronkelijke bevolking, de Kariben, geheel is uitgestorven; de bevolking drijft uitvoerhandel in koffie, suiker, cacao, luxehout, zwavel en eenig kopererts. D. wordt bestuurd door een gouverneur-luitenant, die wordt bijgestaan door een uitvoerenden raad van 7 en een wetgevenden raad van 14 leden, van welke laatste 7 door de kroon benoemd en 7 door de bevolking gekozen worden. Sinds de ontdekking door Columbus, 3 Nov. 1493 (op een Zondag, vandaar de naam), dongen Engeland en Frankrijk naar het bezit van dit eiland, tot het in 1814 voor goed aan Engeland kwam. Hoofdpl. is Roseau of Charlottetown, aan de zuidwestkust, met een bevestigde haven en 4800 inw.

D. is ook de naam van een der Marquesaseilanden, zie Hiwaoa.

< >