een der grootste muntkenners, in 1750 te Florence gek, was eerst werkzaam te Catanea, waar prins Biscaris hem opdroeg zijn museum te rangschikken; ging toen naar Konstantinopel, waar de Eng. gezant Ainslie hem belastte met de regeling zijner beroemd geworden muntverzameling. In 1780 doorreisde hij Klein-Azië, bezocht daarop Duitsehland, hield zich vooral te Berlijn op en gaf in dezen tijd meerdere numismatische werken uit.
In 1810 ging hij naar Parijs en werd vervolgens door de groothertogin van Toscane tot haren oudheidkundige en bibliothecaris benoemd, welke betrekking hij tot 1814 vervulde. Daarna was hij werkzaam met het in orde brengen van het museum van Hederwar en de beschrijvingen van de muntverzameling te Munchen, die van koning Christiaan VIII van Denemarken en die van het museum te Triëst. Intusschen verschenen zijn verhandeling ; over de munten van het Achaische verbond en , andere numismatische geschriften. Hij stierf in 1832 te Florence.