Gepubliceerd op 20-01-2021

Domburg

betekenis & definitie

Gemeente op het Zeeuwsche eiland Walcheren (arrond. en kanton Middelburg), omgeven door de gemeenten Oostkapelle, Aagtekerke, Meliskerke, Zoutelande en Westkapelle, overigens door de Noordzee bespoeld, ruim 730 bunders groot, grootendeels kleigrond, langs de zee hooge duinen; de gemeente bevat het stadje D. en de omgeving daarvan, Buiten-D. geheeten ; in 1899 ill6 inw. kiesdistrict Middelburg ; personeele belasting 8ste klasse.

De zg. smalstad D. ligt aan den voet van een duin, in een fraaie landstreek; zij is blijkens verschillende oudheden (grafsteden, romeinsche beeldwerken, overblijfselen van een ronden afgodtempel) van zeer hoogen ouderdom ; in 1647 werd uit het zand een beeld van de godin Nehalennia opgegraven ; andere belangrijkste vondsten werden in 1687, 1747 en 1817 gedaan : een groot deel van het gevondene, ook het Nehalenr.ia-beeld ging verloren bij den brand der kerk op 10 Oct. 1848. D. wordt reeds in 1223 een poorte genoemd ; de rechten van het stadje werden door Jacoba van Beieren bevestigd, echter verkocht Pilips de Goede het als heerlijkheid aan Hendrik van Borssele, heer van Vere ; in 1834 kreeg D. een badinrichting, in 1850 in de plaats van de twee jaar te voren in de asch gelegde, een nieuwe herv. kerk.

< >