Doesburgh of Doesborgh. Gemeente in Gelderland (arrond. Arnhem) aan beide oevers van de IJsel, omgeven door de gemeenten Rheden , Hummelo en Angerlo, 365 bunders oppervlakte, en bevat de stad D. met eenig omliggend land; in 1899: 4442 inw.; kiesdistrict Zutphen; personeele belasting 7de klasse.
De stad D. dankt waarschijnlijk haar bestaan aan een der kasteelen die door Drusus hier te lande werden gebouwd, en werd daarom vroeger Drususburg geheeten; zeker is het, dat de burcht, die in de middeleeuwen aan het vereenigingspunt van Oude en Nieuwe IJsel gevonden werd, en die in 1527 op last van hertog Karel van Egmond afgebroken werd, van hoogen ouderdom getuigde. In 884 werd een plaats genaamd Diusburch door de Noormannen verwoest, doch men heeft niet kunnen uitmaken of hier van D. dan wel van Duisburg sprake is. D.’s vestingwerken, onder de prinsen Maurits en Willem II belangrijk uitgebreid, werden in de 19de eeuw geslecht. De voornaamste gebouwen van D. zijn de St. Maartenskerk, in bezit der herv. gemeente, met hoogen toren, waarop in Nederland de eerste bliksemafleider geplaatst werd; in deze kerk, die in 1483, 1548, 1717 en 1737 van zware branden had te lijden, ligt, naar men meent, G. Mercator begraven;-onder de overige kerken zijn de herv. Gasthuiskerk en de H. Martinuskerk der r.-kath. de voornaamste: het stadhuis heeft een fraaie raadkamer. Er is een kantongerecht, welks rechtsgebied zich uitstrekt de over gemeenten Angerlo, Didam, Doesburg, Hummelo, Steenderen en Wehl, die tezamen het 5'1'- kanton v/h arrond. Arnhem uitmaken; D. is de hoofdplaats van het arr. Doesburg van de eerste inspectie Lager onderwijs, district Zutphen; er is een door het rijk gesubsidieerde „teekenschool voor aankomende werklieden”; r.-kath. St. Elisabethsgesticht (zieken-inrichting) bediend door de ziekenzusters van Breda; militair hospitaal derde klasse. De stad ligt aan de tramlijn Gendringen-Doetinchem-Dieren-Velp. — D., dat in het begin der 13de eeuw van Gerhard III stedelijke rechten kreeg, werd in 1572 door de Staatschen onder den graaf Van den Bergh ingenomen, doch nog hetzelfde jaar door de Spanjaarden heroverd, en koos in 1576 de zijde van Oranje; in Juni 1672 viel het den Franschen in handen, die het tot 1674 bezet hielden; in Nov. 1813 werd het achtereenvolgens door de Pruisen bezet, door de Franschen hernomen en door de Pruisen bestormd.