Distomidae

betekenis & definitie

Familie van wormen v/d orde der Trematoda, onderorde der Trematoda endoparasitica; de D. worden gekenmerkt door de aanwezigheid van twee zuignappen, waarvan een den mond omgeeft; gewoonlijk bevindt zich de mond aan het eene einde des lichaams, zelden aan de buikvlakte, in welk geval de ondoorboorde zuignap aan het vooreinde is geplaatst; soms is de mondzuignap omgeven door een krans van stijve stekels. Van de vele soorten dezer fam. zijn het bekendst Distoma hepaticum, de leverbot, die in geslachtsrijpen toestand bij talrijke plantetende zoogdieren voorkomt, vooral bij het schaap, het rund, het hert, het paard, den ezel, het v arken, het konijn, de eekhoorn, en een enkele maal ook bij den mensch is aangetroffen: zijn meest gewoon verblijf zijn de galwegen; verder Distoma lanceolatum, die ook bij den mensch voorkomt; en Distoma haematohium, door Bilharz het eerst in de poortader, de miltader en de darmscheiladeren van Egyptenaars gevonden; mannetjes en wijfjes hebben bij deze laatste soort een verschillende gedaante en grootte; zij hebben een in de lengte gerekt lichaam en voeden zich met bloed (zie ook Bloedwateren). De grootste soort dezer soortenrijke fam. is de door Eschricht in de lever van een walvisch gevonden Distoma goliath, dietot8c.M. lang en 1—5 c.M. breed wordt. Talrijke Distoma-soorten zijn in het darmkanaal van zwemen moeras vogels, ook vele in het darmkanaal van verschillende visschen gevonden. Andere geslachten zijn Rhopalophorus, Gasterostomum, Amphistoma, die allen parasitisch bij andere dieren levende soorten tellen.