Gepubliceerd op 20-01-2021

Diploma

betekenis & definitie

oudtijds oorkonde, uit twee tegen elkaar gelegde bladen bestaande (tabulae duplices, vandaar de naam), en meegegeven aan dengene die in opdracht van den staat een reis deed, opdat hij op de plaatsen van oponthoud alles wat hij noodig had zoo spoedig mogelijk zou kunnen verkrijgen, derhalve een soort reispas; Cicero kent slechts zoodanige diploma’s; onder de keizers echter heette elk vanwege de hoogste overheid uitgevaardigd geschrift ter aanbeveling, begunstiging of begiftiging, in het algemeen dus elk geschrift waarin de hoogste overheid eenig voorrecht toekende (de latere charters), een D. Tegenw. heet een D. een bewijs van toekenning van een academischen graad, bewijs van lidmaatschap van een vereeniging, enz.

< >