de uitvinder van den naar hem genoemden pot of digestor, in 1647 geb., was eerst geneesheer te Parijs, doeh wijdde zich al spoedig geheel aan de wis- en natuurkunde, voornamelijk onder leiding van Huygens, die zich toen te Parijs bevond. Bij de opheffing van het edict van Nantes verliet hij als protestant zijn vaderland en hield zich langen tijd in Engeland op, waar hij veel met Bayle werkte.
Van 1687—1707 was hij hoogleeraar in de wiskunde aan de universiteit te Marburg. Hij overl. in 1714. Tot zijn voornaamste uitvindingen behooren, behalve de Papiniaansche pot, een stoomwerktuig en' een stoomschip.