Detmold

betekenis & definitie

Hoofd- en residentiestad van het vorstendom Lippe, 134 m. boven zeeniveau, aan den voet v/h Teutoburgerwoud, aan de Werre, en a/d lijnen Herford—D. (27km.) en. D.-Altenbeken der pruis. staatsspoorwegen, bestaat uit een omstreeks 1300 gestichte oude stad en eene sinds 1709 aangelegde nieuwe stad, is zetel der hoogste gezagslichamen v/h vorstendom, van een landen een ambtsgerecht, in 1900: 11,971 inw., een herv., luth en kath. kerk, het vorstelijk res.slot in renaissancestijl (16de eeuw), het in 1708/18 gebouwde en in 1850 vergroote nieuwe paleis met park, verder schouwburg, raadhuis, vorstelijk gymnasium Leopoldinum, hoogere burgerschool voor meisjes, enz., natuurwetenschappelijk museum, landsbibliotheek (60,000 dln.), muntenkabinet, verzamelingen van gravures enz.. Deindustrie van I). is onbeduid#nd. 5 km. zw. van D. de Grotenburg (386 m), met het Hermanns-monument. D. wordt onder den naam Thiatmelli, en als het tooneel van een in 783 door Karel den Groote aan de Saksers geleverden veldslag, reeds door de fränkische kroniekschrijvers vermeld; in 1011 kwam D. door schenking van koning Hendrik II aan het bisdom Paderborn, hetwelk de plaats aan de heeren van Lippe in leen gaf; in 1350 kreeg D. stadsrechten; in 1417 werd het door de Hussiten veroverd.