Fransch philosoof en schrijver, een der encyclopedisten, geb.5 Oct. 1713 te Langres, werd op het college der Jezuiten in zijn geboorteplaats gedaan, maar ten gevolge van zijn weldra gebleken afkeer van den geestelijken stand, werd hij voor een rechtsgeleerde loopbaan bestemd en zette op raad van zijn leermeesters zijn studiën aan het college v. Harcourt voort, Hij kwam bij een procureur, begon zich echter weldra aan de belletristiek te wijden, tegelijkertijd zich op wis en natuurkunde en philosophie toeleggende; den grond voor zijn roem legde hij met zijn Pensees philosophiques (1746), waarin men algemeen een aanval op het christendom zag en dat ingevolge een besluit van het parlement door den scherprechter verbrand werd; het geschrift Lettre sur les aveugles & l'usage de ceux qui voient (Lond. 1749), berokkende hem een jaar gevangenisstraf, dat hij in den gevangentoren te Vincennes onderging. Tegelijk met eerstgenoemd geschrift had hij met anderen een Dictionnaire universel de mêdecine (6 dln., Parijs 1746), naar het engelsch van Robert James vertaald, uitgegeven; de bijval dien dit gebrekkige werk vond bracht hem op het denkbeeld een encyclopedisch woordenboek saam te stellen, waartoe hij zich in 1751 metDaubenton,Rousseau, Marmontel, Leblond, Lemonnier en d’Alembert verstond. D. zelf belastte zich met alle op kunst en nijverheid betrekking hebbende onderwerpen; het eerste deel verscheen in 1751 en had een groot succes; in 1752 en 1759 werd het verboden; de bewerkers zagen zich aan allerlei vervolgingen blootgesteld; hierdoor werd de een na de andere der medewerkers zoodanig ontmoedigd , dat D. ten slotte alleen overbleef; het laatste deel verscheen in 1772 ; de geldelijke opbrengst van dezen 20-jarigen arbeid en van zijn andere werken was echter zoo gering, dat D. zich eindelijk gedwongen zag zijn bibliotheek te verkoopen; zijn geestdriftige bewonderaarster Katharina II van Rusland maakte van deze gelegenheid gebruik om hem op ongezochte en niet krenkende wijze van zijn geldelijke zorgen te ontheffen; zij kocht nl. zijn boekerij voor 15000 francs onder beding dat hij die onder zijn berusting houden en voor een salaris van 1000 francs per jaar verzorgen zou, hem tevens 50 jaren salaris vooruit aanbiedende ; vervolgens noodigde zij hem uit naar Petersburg te komen; zij hield hem een winter in haar nabijheid, doch spoedig bleek het dat hij niet tegen het klimaat bestand was; hij reisde over de Nederlanden naar Frankrijk terug; te Parijs terugkeerend en tot zijn dood (30 Juli 1780) onvermoeid bozig, stierf hij gelijk hij had geleefd, als philosoof, en werd in de kerk Saint-Roeh begraven. In 1743 had hij tegen den wil zijns vaders uit liefde een arm meisje gehuwd, dat zich echter door bekrompenheid en bigotterie weldra van hem vervreemde ; hij viel daarop in de strikken van een beruchte kokette, madame de Puisieux, die hem tien jaren lang bedroog en verarmde; daarna kwam hij in kennis met de begaafde Sophie Volland, en trad met haar in een nauwe gemeenschap die tot aan haar dood duurde. Te Parijs en te Langres werden standbeelden voor D. opgericht. — D., die zich alle kennis zijns tijd eigen maakte, was, volgens het oordeel van Goethe, een schrijver, die meer op het oog had oude theorien omver te werpen dan nieuwe op te bouwen; hij schreef weinig bij inspiratie; hoewel voor geen bladen schrijvend werd hij de eerste journalist zijns tijds; als redenaar en als schrijver een virtuoos des woords, bezigt hij gaarne den vloeienden conversatiestijl in zijn pennevruchten en kiest daarom bij voorkeur den brief- en den dialoogvorm ; al zijn geschriften zijn gelegenheidsgeschriften, hetzij aan bepaalde personen gericht of door zoodanige uitgelokt; dit geldt zelfs voor zijn philosophische geschriften ; ook zijn diepzinnigste metaphysische verhandelingen heeft hij zoodoende door helderheid en sierlijkheid van stijl tot rhetorische kunstwerken weten te maken; als philosoof heeft hij een geheele reeks metamorphosen doorgemaakt, die hem van het theïsme tot het deïsme, het atteïsme en het materialisme voerden; in zijn geschrift Principes de laphilosophie morale ou essai sar la mérite et la vertu staat hij op het standpunt van Shaftesbury; in de Pensees philosophiques blijkt hij deïst geworden; zijn Promenade d'un sceptiqae is nog sceptischer ; in de Pensees sur Vinterprétation de la nature (Parijs, 1754) is hij reeds zeer dicht het materialisme genaderd. Hij wordt beschouwd als de grondlegger der kunstkritiek.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk