Gepubliceerd op 20-01-2021

David henri chasse

betekenis & definitie

(baron) Nederl. generaal, geb. 18 Mrt. 1765 te Tiel, werd in 1787 luitenant, trad in 1793 in franschen dienst, kwam in 1795 met Pichegru naar Nederland terug, ging kort daarop weer in nederl. dienst over, maakte in 1796 onder Daendels den veldtocht in Duitschland en in 1799 dien tegen den hertog van York mede, streed in 1805 en 1806, weer in franschen dienst onder Dumonceau onderscheidde zich in Spanje (1808—18), kreeg wegens zijn voorliefde voor bajonetaanvallen den bijnaam van général bajonette, werd op 27 Febr. 1814 bij Bar-sur-Aube zwaar gewond, streed te Waterloo tegen Napoléon en kreeg na den tweeden vrede van Parijs een aanstelling van koning Willem I. Bij de belgische revolutie van 1830 trok hij zich in de citadel van Antwerpen terug en hield deze bezet; toen de Londensche conferentie Antwerpen aan België toevoegde, doch deze stad door de Nederl. bezetting niet ontruimd werd, sloeg in den herfst van 1832 een fransch leger van 50,000 man onder generaal Gérard het beleg van de citadel, die zich 23 Dec. 1832, toen weinig meer dan een puinhoop moest overgeven; C., tijdens het beleg door den koning tot generaal der infanterie benoemd, werd als krijgsgevangene naar Frankrijk gebracht, het volgend jaar vrijgelaten; hij leefde sinds teruggetrokken en overl. 2 Mei 1849 te Breda.

< >