L. Plantengeslacht van de familie der Amaryllideeën, met talrijke, in alle tropische en subtropische streken voorkomende soorten, knolgewassen met in meerdere rijen gestelde bladen en onbehaarde schachten, die eindelings een groot scherm van gestoelde of zittende bloemen dragen; vele soorten, als G. amabile, (van Sumatra, een reuzengewas met tot 2 meter lange bladen en tot 16 c.M. breede bladen, en gestoelde, zeer welriekende bloemen), en C. giganteum (uit Siërra Leone en Guinea met lange, witte bloemen) worden in broeikassen als sierplanten gekweekt.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
