Gepubliceerd op 20-01-2021

Credo quia absurdum

betekenis & definitie

Ik geloof het, omdat het ongerijmd is. Gezegde, dikwijls toegeschreven aan den kerkvader Augustinus; deze leerde nl dat het eigenaardige van het geloof, hetwelk een daad van vertrouwen is ten opzichte der goddelijke waarheden, daarin bestaat, dat behoefte aan begrijpen, aan zien, afwezig is, zijnde een geloof, dat op aanschouwen en verstaan berust, geen eigenlijk geloof begrijpen is niet gelooven, maar zien; en geloof is niet mogelijk dan daar, waar niet gezien of begrepen wordt. Niet onmogelijk wordt het geacht, dat uit deze passage het parodoxalb woord C. q. a. is ontstaan. Waarschijnlijker echter is het ontleend aan een plaats bij Tertullianus, waar hij de wonderen verdedigt en uiteenzet, dat de onbegrijpelijkheid der wonderen een bewijs is, dat zij niet een verzinsel der menschen zijn, die, om een of andere reden het geloof aan wonderen noodig hebbende, wel zouden hebben zorg gedragen dat hunne scheppingen niet ten eenenmale tegen het menschelijk begrip indruischten; in dit verband zegt hij, op eenigszins gezocht vreemde wijze: Et mortuus est Dei filius; prorsus credibile est, quia ineptum est (En Gods zoon is gestorven, ganschelijk geloofwaardig is het, omdat het ongerijmd is).

< >