L Kroonkruid, plantengeslacht van de familie der Papilionaceeën, met een 20-tal in Europa, de landen der Middell. zee en West-Azië voorkomende soorten, kruiden of heesters met oneven gevinde, zelden 3tallige bladen, gaafstandige blaadjes en eenvoudige, langgesteelde okselstandige scherinbloeiwijzen, die een soort kroon (corona) vormen ; vrucht een uit langwerpige stukken samengestelde gelede peul; in Nederland komen van dit geslacht voor C. emerus, liet struikkroonkruid (schermen 2- en 3-bloemig, bloemstelen korter dan de kelkbuis, peulen rolrond, bloemkroon geel), een rechtopstaande sierstruik, afkomstig uit de Alpen; G. varia; het bonte kroonkruid , (schermen 10—20 bloemig, bloemkroon wit, stengel liggend of opstijgend) niet zeldzaam, van 30 cm. tot 3/4 meter hoog, kruidachtige plant; en C. seorpioides (steunbladen, tenminste de onderste, vergroeid, bloemen geel, bladeren 3tallig, schermen 2-4-bloemig, eenjarige plant uit Zuid-Europa, een enkele maal hier te lande op moerasgrond gevonden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk