1) Oudtijds iemand, die de hoogere ambtenaren in de prov. vergezelde, en later de keizers;
2) sedert Constantijn den G. werd cornes een titel voor al de hof- en staatsbeambten, al behoorden zij ook niet tot het keizerlijk gevolg. Zelfs de in de provinciën geplaatste krijgsbevelhebbers kregen dien naam.