Cornelis rudolphus hermans

betekenis & definitie

beoefenaar der geschiedenis en oudheidkunde van Noord-Brabant, geb. te Oss, studeerde te Leiden in de letteren, werd rector te ’s Hertogenbosch en overl. 14 Dec. 1869. Men heeft van hem, behalve studies en opstellen in tijdschriften: Geschiedkundig mengelwerk over Noord-Brabant (2 dln. 1840—41), Bijdragen tol de geschiedenis, oudheidkunde enz. van Noord-Brabant (2 dln. 1845), Verzameling kronieken, charters en oorkonden belr. de stad en meierij van Den Bosch (1848), Verzameling van zeldzame oorkonden betr. het beleg van Den Bosch in lt>39 (4 dln. 1850—73), Noord-Brabants oudheden (1865,) Geschiedenis der rederijkers in Noord-Brabant (1867), Charters en bescheiden betr. het land van Ravestein (2 dln. 1850).