bisschop van Antwerpen, geb. te Mechelen, in 1736, was een geleerd oudheid- en geschiedkennér, een der eerste leden van de Academie de'r Wetenschappen en fraaie letteren te Brussel. In 1790 gaf hij een werk uit, getiteld: Belgicariim rerum prodomus, sive de Historid Belgicd ejusque scriptorïbus commentatio, waarin hij een begin maakt van een letterkunde der Zuidelijke Nederlanden in het vak der geschiedenis.
Een ander zijner uitgegeven werken draagt den titel: l’Aveugle de la Montagne, ou Entretiens Philosophiques (Parma 1795 en Rome 1796). Hij overl. in 1798 te Parma.