Gepubliceerd op 29-01-2021

Cornelis elzevier

betekenis & definitie

dichter en letterkundige, eerste helft 18de eeuw, geb. omstreeks 1700 te Amsterdam, w7aar hij naar men meent apotheker was, schreef: Lier- en toezangen (1737), Arkadia of vermakelijke uitspanning (1739), De betrapte herder of de Boos verheerlijkt (veldzang, 1744), Proeve van den meusch (uit het engelsch van Pope, 1744), Lexicon Galeno-, Chemico-Pharmaceuticum of Apothekers woordenboek enz. (1765), Lofdicht op de verheffing van Prins Willem IV (1747), Drie dichtproeven, benevens een proef van een Nederduitsche spraekkunst (1761), Amadis en Oriane enz. (treurspel), en Stervende Zwaen.

< >